Wanneer een ander jou een opdracht geeft tot bijvoorbeeld het verrichten van bepaalde diensten, dan sluit je een overeenkomst van opdracht. Wanneer je een opdrachtovereenkomst hebt gesloten, dan heb jij als opdrachtnemer een zorgplicht. Dit is wettelijk geregeld. In de wet staat namelijk: “De opdrachtnemer moet bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed opdrachtnemer in acht nemen.” Maar hoe wordt die zorgplicht ingevuld?
Invulling van de zorgplicht
Of een opdrachtnemer aan de zorgplicht voldoet, wordt beoordeeld aan de hand van de vraag of de opdrachtnemer heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot te werk zou zijn gegaan. Er wordt hierbij altijd naar de concrete omstandigheden gekeken. Ook wordt er gekeken naar wat er in de opdrachtovereenkomst stond en hoe partijen elkaars verklaringen en gedragingen mochten opvatten en wat zij redelijkerwijs van elkaar konden verwachten.
Het belang van invulling van de zorgplicht
Als een opdrachtnemer zijn zorgplicht niet vervuld, wat dan? Dan kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de schade die hij eventueel heeft aangericht – door het niet vervullen van die zorgplicht.
Voorbeeldcasus: accountant en zijn klant
In deze casus ging het met name over de verwachtingen die een klant had van zijn accountant.
De feiten
Een accountant en een opdrachtgever sloten een opdrachtovereenkomst waarin werd afgesproken dat de accountant ten behoeve van de eenmanszaak van de opdrachtgever een jaarrekening zou opstellen, en de aangifte inkomstenbelasting en de BTW-aangiften zou doen. De opdrachtgever betaalde de facturen niet omdat hij vond dat de accountant zijn zorgplicht had geschonden. De accountant had volgens de opdrachtgever moeten aangeven dat de opdrachtgever recht op huurtoeslag zou hebben.
Oordeel van de rechter
De rechtbank gaf de opdrachtgever gelijk. De accountant ging echter in hoger beroep en het gerechtshof gaf de accountant gelijk. Waarom?
Uit niets van de opdracht(sbevestiging) bleek dat de accountant iets anders moest doen dan zakelijke, fiscale werkzaamheden verrichten in het kader van het bedrijf van de opdrachtgever. De opdrachtgever vond dat echter hij van de accountant mocht verwachten dat hij zorg zou dragen voor het aanvragen van de huurtoeslag.
Huurtoeslag was echter nooit ter sprake gekomen en de opdrachtgever had ook geen woning met bedrijfsruimte. Het gerechtshof geeft aan dat zonder nadere toelichting – die dus ontbreekt – er niet in valt te zien waarom partijen bij de opdracht redelijkerwijs hadden moeten begrijpen dat daaronder ook viel dat de accountant advies zou moeten geven over de vraag of de huurovereenkomst van de woning zou kunnen worden opgesplitst in een woon- en bedrijfsgedeelte zodat de opdrachtgever in aanmerkingen zou (kunnen) komen voor huurtoeslag. Bovendien was er nooit eerder huurtoeslag aangevraagd door de opdrachtgever.
Het gerechtshof heeft daarom geoordeeld dat “van een redelijk handelend en redelijk bekwaam accountant in het kader van een zorgvuldige uitoefening van zijn taak met het oog op de belangen van de opdrachtgever onder deze omstandigheden niet mag worden gevergd dat hij ongevraagd advies diende te geven over het opsplitsen van een huurovereenkomst in een woon- en bedrijfsgedeelte ten behoeve van de aanvraag van een huurtoeslag.” De accountant was dus niet aansprakelijk.
Wat kun je van dit specifieke geval leren?
Wees als opdrachtgever altijd duidelijk over wat je verwacht van de opdrachtnemer, en maak duidelijke afspraken over wat de opdracht wel en niet inhoudt.