We komen helaas allemaal aan ons einde, jij ook. Hoe zit het dan eigenlijk met het auteursrecht na jouw overlijden?
Erfgenamen / legatarissen
Wanneer jij overlijdt, dan bestaat het auteursrecht op jouw werken nog. Het auteursrecht op jouw werken vervalt op 1 januari, 70 jaar nadat jij overlijdt. Overlijd jij dus op 1 februari 2024, dan vervalt het auteursrecht op 1 januari 2095.
Jouw erfgenamen erven het auteursrecht. Dat wil zeggen dat zij vanaf jouw overlijden degenen zijn die als enige mogen besluiten om jouw werken “openbaar te maken” of te “verveelvoudigen”. Niemand anders mag dat doen zonder hun toestemming. Er zijn wel uitzonderingen op. Soms mogen anderen jouw werk openbaar maken of verveelvoudigen als daar een wettelijke uitzondering voor is.
Je kan er overigens ook voor kiezen dat een specifiek persoon of instantie jouw auteursrechten krijgt. Dat moet je wel regelen in een testament.
Wat betekent openbaar maken en verveelvoudigen ook alweer?
Openbaar maken betekent dat het werk op een of andere manier aan het publiek ter beschikking komt. Het is een vrij breed begrip. Te denken valt aan illegaal hyperlinken, voordragen, tentoonstellen of verhuren.
Ook verveelvoudigen is een breed begrip. Ten eerste betekent het reproduceren, of vastleggen. Je kunt dan denken aan natekenen, overtypen, printen, scannen, of opslaan in de cloud. Daarnaast geeft de Auteurswet nog andere vormen aan: een vertaling, muziekschikking, verfilming, toneelbewerking, “of in het algemeen iedere geheele of gedeeltelijke bewerking of nabootsing in gewijzigden vorm, welke niet als nieuw, oorspronkelijk werk moet worden aangemerkt.”
Persoonlijkheidsrechten na overlijden
Er is één ding wat niet automatisch geërfd wordt bij jouw overlijden: persoonlijkheidsrechten. Dat betekent dat niemand meer:
- zich kan verzetten tegen gebrek aan naamsvermelding, zich kan verzetten tegen vermelding van de verkeerde naam of zich kan verzetten tegen wijziging van de naam;
- zich kan verzetten tegen een wijziging in je werk. Het gaat hier om wijzigingen die geen afbreuk doen aan de auteursrechtelijk beschermde trekken van jouw werk (en daarom geen aantasting van dat werk opleveren en evenmin tot reputatieschade kunnen leiden), en om wijzigingen in een werk die wel een aantasting opleveren maar niet tot reputatieschade kunnen leiden;
- zich kan verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van jouw werk. Bij dit punt wordt er wel reputatieschade geleden.
Voorbeeld
Begin 2023 gaf uitgeverij Puffin aan dat er woorden in de boeken van Roald Dahl werden aangepast, omdat ze niet meer pasten in de huidige tijdsgeest. Oempaloempa’s werden genderneutraal en Casper Slok werd niet langer “dik” genoemd, maar “enorm”. Zulke wijzigingen vallen mijn inziens onder het persoonlijkheidsrecht je te verzetten tegen wijziging in je werk. Alleen ja, Roald Dahl is al overleden en heeft daar dus niets meer over te zeggen.
Hoe kan jij dit nou voorkomen? Persoonlijkheidsrechten worden dan niet geërfd, maar je kunt ze wel per testament overdragen. Je kan dus iemand aanwijzen om voor jouw persoonlijkheidsrechten op te komen. Wil jij dus dat jouw werk in zijn geheel “in ere” blijft en niet gewijzigd wordt zoals in gedefinieerd onder de persoonlijkheidsrechten, zorg dan voor een testament waarin je de persoonlijkheidsrechten overdraagt.
En hoe zit dat dan als jouw werk gewijzigd wordt waarin jouw auteursrecht wél aangetast wordt? Daar kan jouw erfgenaam wél iets tegen doen.